Sinterklaas en de Kerstman zijn één



Ongeveer 50% van de Nederlanders viert Sinterklaas. Dat las ik net. Ik las ook dat de helft van de Nederlanders Sinterklaasstress ervaart. Ik vraag me af: Zijn dat diezelfde mensen? Maar vooral: Waar maken die mensen zich druk om? Nou, vooral om de kosten die er worden gemaakt ten behoeve van Pakjesavond (35%) en om de hoeveelheden snoep die tijdens de Sinterklaasperiode naar binnen worden gewerkt (32%). Ik denk: Waar maken die mensen zich druk om? Maar vooral: Waar bemoeien ze zich mee? Alsof de Goedheiligman nog niet genoeg aan z’n hoofd heeft! Laat die man lekker zelf bepalen hoeveel hij uit wil geven. En die hoeveelheid snoep… ja ok, het is niet gezond, maar iedereen heeft zo z’n slechte gewoonten. Dus gun die kerel ook even z’n verzetje. Ik bedoel, als íemand last heeft van Sinterklaasstress is het Sinterklaas wel.

Hij heeft dan wel 136.000 jaar ervaring met pakjesavond, waardoor ik aan mag nemen dat het kopen van kadootjes, het schrijven van gedichten en het tijdig monteren van sneeuwkettingen om de hoefjes van het schimmelende paard als een geoliede machine verloopt, maar hij heeft tegenwoordig met allerlei onmogelijke dilemma’s te maken. Dilemma’s die door 50% van de Nederlandse bevolking worden opgeworpen. Ik vraag me af: Zijn dat diezelfde mensen die Pakjesavond vieren en sinterklaasstress ervaren? Sinterklaas vraagt zich af: Moet hij dit jaar nou wel of niet zijn zwarte pieten wit laten schminken, want die donkere huidskleur wordt door 30% van de Nederlanders niet geaccepteerd. Maar vooral: Wel of geen kinderen op schoot nemen? Sinds de Katholieke kerk in opspraak is geraakt, is het wellicht beter om dat niet te doen. Gelukkig denken onze Zuiderburen mee. Sinds vorig jaar verbieden zij de Sint om in het openbaar te verschijnen met een kruis op zijn mijter, omdat Sinterklaas een “universele figuur ” zou moeten zijn. Probleem opgelost: geen kruis plus wel kinderen op schoot is geen aanklacht over vijftien jaar. Verder is er nog de actiegroep “Weg met Sinterklaas”, die eigenlijk bedoelt “Tot ziens Sinterklaas”. Ik bedoel, dat klinkt al een stuk vriendelijker. Maar misschien is vriendelijkheid simpelweg niet haalbaar voor ouders van autistische kinderen, omdat ze altijd “heel duidelijk” moeten zijn. Nou, de boodschap is helder hoor. Alsof dat niet genoeg is, zijn er natuurlijk nog de e-mailbommen van bezorgde moeders die de beste man verwijten dat hij teveel zoetigheid aan hun zoete kindjes geeft, maar hem wel moreel verplichten om ‘groene’ chocoladeletters in te slaan. Ik vraag me af: Gaan die kleintjes daar echt minder van stuiteren? En dan hebben we het nog niet eens gehad over de aanklachten die tegen de Goedheiligman zijn ingediend: Hij zou zich schuldig hebben gemaakt aan het creëren van “verwende kinderen”. De slachtoffers leren niet goed omgaan met tegenslagen, waardoor ze sneller gefrustreerd raken en vereenzamen. Willem de Jong, die het boek  'Het verwende kind syndroom' schreef, noemt dit zelfs een “vorm van verwaarlozing”. Kort samengevat wordt er van de Goedheiligman verwacht dat hij transformeert in een universele, biologisch verantwoorde, zelfstandig opererende man, die de kinderen geen snoep of speelgoed geeft, maar enkel een zak vol gezelligheid meeneemt. Want we vinden het Heerlyck Avondje allemaal vooral Heel Erg Gezellig.

Geen wonder dus dat Sinterklaas stress ervaart en wat helpt er tegen stress? Juist, chocola! Tenminste, dat zeggen de “onafhankelijke onderzoekers” van Nestlé. Of het nou helpt of niet, de Sint heeft weinig te verliezen en eet zich ieder jaar klem in de chocoladeletters. Dan werkt hij tien keer het hele alfabet naar binnen, hoewel uit de schappen in de winkels blijkt dat hij de ‘S’ duidelijk het minst lekker vindt. En ook al maakt die ouwe behoorlijk wat kilometers over de daken, hij dijt uit. En niet zo’n beetje ook. Door de groeiende omvang van zijn lijf, is z’n jurk verandert in een hemdje waardoor zijn lange rode onderbroek en zwarte snowboots onvermijdelijk in het oog springen. Om het een beetje te camoufleren, wikkelt hij zijn mantel om zijn dikke buik en zet het vast met een dikke, stevige riem. Werkt altijd. Maar door het enorme gewicht is Amerigo door z’n rug gegaan en zijn gouden wandelstok geknakt. Hoe zorgt hij er nou voor dat alle kadootjes nog op tijd worden bezorgd? Simpel. Hij laat zich in een provisorisch in elkaar geknutseld doosje voortslepen door een stel uitheemse, dronken zoogdieren die niet te stoppen zijn. Regelmatig rennen ze stilletjes een huisje voorbij, maar worden tot de orde gebulderd door de Sint: “Hohoho! Niet zo snel, nu moeten we weer terug! Zo zijn we verdorie voor de Kerst nog niet thuis”. En dit, beste lezers, gebeurt dus ook nooit en het is ieder jaar weer hetzelfde liedje! Ik vraag me af: Hoe is het mogelijk dat mensen nog steeds in de Kerstman geloven? Hoe naïef ben je dan? Maar vooral: Waar haalt Sinterklaas ieder jaar weer de motivatie vandaan om zich in deze ellende te storten? Ik geef ‘m dan ook groot gelijk dat hij dit jaar nog maar 50% van de Nederlanders van kadootjes voorziet. Ik vraag me af: Zijn dat die 50% die de dilemma’s opwerpen of de 50% die Sinterklaasstress ervaart?

Het Paradijs voor de Doe-Het-Zelver


Ik ben een blije doe-het-zelver. Een blije, onafhankelijke, eigenwijze doe-het-zelver welteverstaan: ik veroorzaak liever drie keer lekkage dan dat ik een loodgieter bel om hier de leidingen te verleggen en gebruiksaanwijzingen zijn voor mietjes. Nee hoor, ik doe het zelf wel! Ik was dan ook blij verrast toen mijn lokale supermarkt het “zelf-scannen” introduceerde. Op vertoon van m’n  kortingskaart krijg ik nu een mobiele, vol-automatische caissière in bruikleen waarmee ik met één druk op de knop kan aangeven dat ze een boodschapje voor me scant. En daar wordt de onafhankelijke, eigenwijze doe-het-zelver blij van, want dit scheelt tijd. Tijd die je niet in de rij bij de kassa hoeft te staan. Tijd die je niet hoeft te verspillen aan artikelen op de band leggen om ze vervolgens overhaast in je tassen te proppen. Tijd waarin je je niet hoeft te ergeren aan mevrouw de Cassière die de les over de stopfunctie van de rolband heeft gemist, waardoor je zachte boodschappen door hun zwaardere collega’s worden samengeperst. Hoewel het natuurlijk wel weer tijd scheelt om morgen tijdens de lunch een compact vierkant pakketje met kaas naar binnen te werken in plaats van het luchtige bolle bolletje waar je je zo op had verheugd. Enfin, het doe-het-zelven in de supermarkt scheelt tijd. Tijd die de doe-het-zelver goed kan gebruiken omdat ie verdorie alles zelf moet doen. Ideaal dus. 

Als ervaren doe-het-zelver bleep ik mezelf zorgeloos een weg door de winkel.  Het liefst doe ik alles zelf, maar ook de fervente doe-het-zelver is soms toe aan een verwenmomentje. Gewoon, even ontspanning. En in de supermarkt betekent dat: de versafdeling! Mijn favoriete corner in de winkel, want daar staan de hapjes. Misschien niet bij iedere supermarkt, maar wel bij míjn supermarkt. Om sluikreclame te voorkomen, zal ik niet zeggen om welke supermarkt het gaat, maar geloof me: ik noem ‘m niet voor niets de Happie. Plakjes worst, stukjes gevulde koek, kaasblokjes, alles gepresenteerd in hapklare brokjes. En nee, ze hoeven niet met de schaal rond te gaan in de winkel, ik doe-het-zelf!  En zo vaak als ik zelf nodig acht om vast te stellen dat het hier echt om 48+ kaas gaat. 

Aan het einde van m’n boodschappenlijstje, bedank ik de meeneem-caissière voor de prettige samenwerking en hang haar terug in het rek. Nu wordt het spannend! De helft van de keren dat ik hier sta, roept de mevrouw in de betaalpaal dat er een medewerker onderweg is. Als onafhankelijke, eigenwijze doe-het-zelver heb ik natuurlijk nooit om hulp gevraagd. Hoe dan ook, er komt een medewerker (een echte, want hij heeft pukkels) op me afgestormd. Hij mompelt iets en begint tussen m’n zorgvuldig opgeborgen boodschappen te graaien. Ik vermoed dat hij checkt of ik niks stiekem steel. Hoewel je stelen volgens mij altijd stiekem doet, maar dat terzijde. Het punt is: ik kan niks stiekem stelen, want ik ben nog niet eens aan betalen toegekomen! Meneer Pukkel kijkt moeilijk naar z’n game-boy die voor scanner door moet gaan, knikt ernaar en sjokt weg. Zonder enige uitleg. 

Verward reken ik af met mevrouw Betaalpaal en op het moment dat ik bij het hekje ben dat alleen opengaat nadat ie je bon heeft gezien, hoor ik achter me: “Mevrouw, mag ik even uw bon controleren?” Ik draai me om en zie tot mijn verbazing een soort servicebalie in het doe-het-zelf-paradijs. Merkwaardig. Ze pakt m’n bon en begint te strepen. Cola, check! WC-papier, check! Kratje bier, check! Net voordat ik haar wil zeggen dat ze m’n boodschappenlijstje wel mag lenen, krijg ik een handvol schreeuwerige ‘betaald’-stickers mee en aanwijzingen waar ik ze op moet plakken. Op dat moment ontstaat er kortsluiting in m’n hersens, ik snap het niet meer. Dat meneer Pukkel mijn doe-het-zelf-scan-competenties in twijfel trekt en het dunnetjes over komt doen, à la. Dat mevrouw Servicebalie nog eens checkt of ik wel alles betaald heb, opvallend, maar ok (hoewel ik het dan wel zo eerlijk had gevonden als zíj die vervloekte stickers op m’n pleepapier had geplakt). Maar dat Meneer Happie zo weinig vertrouwen in mij heeft, dat kwetst me. Ik bedoel, als zelfstandige doe-het-zelver kan ik heus zelf wel driedubbelchecken of ik alles heb gescand en afgerekend. Toch ga ik als een tevreden en ontspannen doe-het-zelver naar huis: ik ben namelijk allang bij dat ik weer onder de 100% controle ben uitgekomen, waarmee de Happie reeds bij de ingang van de winkel dreigt. Ik weet niet precies wat ermee bedoeld wordt, maar het zorgt er wel voor dat ik met angstvallig samengeknepen billen m’n boodschappen doe.